Schrijfsels – Deel 2

Hoge golven

De oceaan was wild en zeer onstuimig. Zelfs op het land liep het water over de dijk. Gelukkig zonder veel erg want huizen aan het strand werden net niet bedreigd. Maar onze boot trilde en beefde van de hoge golven. Het dek was enkel nog opengesteld voor de bemanning.
De reizigers zaten allemaal in hun kajuit te hopen op beterschap want veel te eten was er ook niet. Enkel wat vers brood en koeken want ander voedsel was er niet te krijgen. De soep was namelijk al op de keukenvloer uitgelopen omdat de pot niet goed op het vuur kon blijven staan. Maar eenmaal de storm was gaan liggen en de golven wat in kracht zouden afnemen zou er een feestmaal op tafel komen om de goede afloop te vieren van wat een verre en lange reis zou zijn geweest. 

De weg

De weg lag er verlaten bij zoals meestal. Veel verkeer passeerde hier niet want er waren maar 2 huizen verder en er liep eigenlijk ook nog een pad naar dat deel. Daar de weg zo oud en versleten was reden de auto’s er zelfs niet meer over en liep men liever de 100 meter over het pad in plaats van tot aan de deur te kunnen rijden.
Maar daar gaat nu wel verandering in komen want de gemeente wil ze opnieuw aanleggen zodoende dat ze weer volop gebruikt kan worden en de oude man uit 1 van de huizen zonder problemen in het huis kan blijven wonen zonder bang te zijn dat hulp niet bij hem zal kunnen komen. En zo zal ook de verjonging van hetgeen rond de weg tot stand komen. 

Het spoor

Het spoor was net vernieuwd en glimde nog in de vroege ochtendzon. Geen blaadje versperde het zicht. 2 blinkende spoorstaven naast elkaar verbonden met grijze betonen dwarsliggers vers gegoten uit de fabriek. De dwarsliggers waren overgoten met wat kiezels gezeefd om de kleinste te verwijderen. De spoorstaven liepen kilometers ver en waren perfect naadloos aan elkaar vastgelegd. De trein van het leven kon er over glijden als een mes door zachte boter, zo op weg naar mooie momenten. 

Zie je de maan, zie je de sterren die aan de hemel staan.